NAAM

  imsync - Synchroniseer bewerkingstijdstippen van foto- en filmbestanden

GEBRUIKSVOORBEELDEN

  # rapporteer maar pas niet aan
  imsync
  imsync --cameraid IMG_1234.JPG=MyCamera    # pas camera-ID aan
  imsync --time IMG_1234.JPG=+10m6s          # pas cameratijdverschil aan
  imsync --time IMG_1234.JPG=14:22:46        # pas bestandstijd aan
  imsync --location IMG_1234.JPG=52.54,-11.7 # pas geografische locatie aan

  # pas aan (als nodig) en rapporteer
  imsync --modify

  # krijg hulp
  imsync --help
  imsync --man

SAMENVATTING

  imsync [opties] [bestandspadpatronen]

Dit programma kan in het bestandssysteem de bewerkingstijden van foto- en filmbestanden aanpassen die door een of meerdere camera's gemaakt zijn, gebaseerd op informatie die in de bestanden zit en op aanpassingen die door de gebruiker aangegeven worden. Dit programma kan ook de bewerkingstijden van met de fotobestanden verbonden bestanden aanpassen, op basis van informatie uit de foto- en filmbestanden waarmee ze verbonden zijn en op informatie aangeleverd door de gebruiker. Ook kan het geografische locaties toewijzen aan foto- en filmbestanden, gebaseerd op informatie gelezen uit GPX-bestanden.

Roep dit programma om te beginnen aan zonder argumenten, in de map waarin de foto's staan. Het programma onderzoekt de bestanden en rapporteert welke aanpassingen nodig zijn, maar past nog geen bestanden aan (behalve dat het het rapport naar het bestand imsync.log schrijft).

OPTIES

  --cameraid BESTAND=ID  Geef een camera-ID aan voor een bestand.  Kan
                   ook worden geschreven als --camera-id.
  --clearlog       Maak het voortgangsrapportbestand leeg voordat er
                   naar geschreven wordt.
  --exportgpx [BESTAND]  Exporteer de geografische locaties naar dit
                   bestand.  Als geen naam is gegeven, dan wordt
                   export.gpx gebruikt.  Kan ook worden geschreven
                   als --export-gpx.
  --fastscan N     Kiest de snelheid van gegevensuitlezing uit
                   bestanden, van 0 tot 2.  Hogere snelheden kunnen
                   soms belangrijke informatie overslaan.  De
                   standaardwaarde is 1.  Wordt doorgegeven aan de
                   Image::ExifTool-module.  Kan ook worden geschreven
                   als --fast-scan.
  --follow BESTAND  Rapporteer zo uitvoering mogelijk over het
                   bestand.
  --force          Voeg ontbrekende informatie ook toe als de
                   bewerkingstijd al goed is.
  --help, -?       Korte uitleg van het gebruik van dit programma.
                   Zie ook --man.
  --location DOEL=LOC  Kopieer de GPS-locatie LOC naar DOEL.
  --logfile BESTAND  Het bestand waarnaar voortgangsmeldingen
                   geschreven worden.  Kan ook worden geschreven als
                   --log-file.
  --man            Als --help maar met meer details.
  --modify         Pas de bestanden aan als nodig.  Het
                   tegenovergestelde (en de standaard) is --no-modify,
                   dat rapporteert maar niet aanpast.
  --norecurse      Behandel geen submappen.  Het tegenovergestelde (en
                   de standaard) is om submappen ook te behandelen.
                   Kan ook worden geschreven als --no-recurse.
  --offsetspath BESTAND  Het bestand met cameratijdverschillen, voor
                   lezen en schrijven.  De standaardwaarde is
                   .imsync-cameraoffsets.yaml in de huidige map of de
                   thuismap.  Kan ook worden geschreven als
                   --offsets-path.
  --recurse        Behandel ook submappen.  Dit is de standaard.
                   --Gebruik --no-recurse om submappen niet te
                   --behandelen.
  --removebackups  Verwijder back-upbestanden.  Kan ook worden
                   geschreven als --remove-backups.
  --removeourtags  Verwijder metainformatie die door dit programma was
                   toegevoegd.  Kan ook worden geschreven als
                   --remove-our-tags.
  --reportlevel N  Zet het detailniveau van het eindrapport.  Kan ook
                   worden geschreven als --report-level.
  --restoreoriginals  Herstel originele bestanden uit back-ups.  Kan
                   ook worden geschreven als --restore-originals.
  --summertime BESTAND  De camera van het BESTAND schakelde net voor
                   dat BESTAND over van wintertijd naar zomertijd.
  --time BESTAND=TIJD  Geef de doeltijd of tijdverschuiving voor een
                   bestand.  Kan meerdere keren gebruikt worden.
  --unsafe         Maak geen back-upbestanden, en verwijder het
                   voortgangsrapport.
  --verbose N      Stelt het detailniveau van de voortgangsrapportage
                   in, als een combinatie van bitvlaggen (tot 31).
  --wintertime BESTAND  De camera van het BESTAND schakelde net voor
                   dat BESTAND over van zomertijd naar wintertijd.
  --working-directory MAP  Ga eerst naar de MAP.

Optienamen kunnen worden afgekort zolang ze uniek blijven. Bijvoorbeeld, --reportlevel kan worden afgekort helemaal tot --rep, want geen andere optie begint daarmee.

PARAMETERS

De parameters van dit programma zijn nul of meer padnaampatronen die bestanden en mappen aangeven die verwerkt moeten worden. Joker * staat voor elk willekeurig aantal tekens en joker ? staat voor één teken. Als geen parameterwaarden worden gegeven dan wordt de huidige map verwerkt.

OPTIEDETAILS

Sommige opties vragen een waarde die bestanden aangeeft. De volgende manieren worden ondersteund om bestanden mee aan te geven, maar niet elke manier wordt ondersteund voor elke optie.

De beschrijving van elke opties meldt welke van deze manieren ondersteund wordt voor die optie.

Hier begint een gedetailleerde beschrijving van alle opties. In die beschrijvingen betekent foto een bestand dat een foto of een film bevat met metainformatie met daarin een aanmaaktijdstip.

--cameraid

  --cameraid BESTAND=ID
  --camera-id BESTAND=ID

Geeft de camera-ID die bij het doelbestand hoort, als de camera-ID die imsync zelf afleidt voor dat bestand niet goed is.

BESTAND mag een gedeeltelijke padnaam of een tijdstip of een tijdperiode zijn en bepaalt welke bestanden de camera-ID krijgen.

ID is de camera-ID om aan de bestanden te koppelen, in plaats van de standaardcamera-ID die van diverse metainformatiewaarden afhangen. Spaties aan het begin of het einde van de ID worden genegeerd, en de ID mag niet leeg zijn.

Als het bestand aangepast wordt ("--modify"), dan wordt de opgegeven camera-ID aan de metainformatie toegevoegd (ons eigen sleutelwoord XMP:CameraID).

--clearlog

  --clearlog
  --clear-log

Zegt om de oude inhoud van het voortgangsrapportbestand te wissen voordat de eerste nieuwe melding daaringeschreven wordt. Als deze optie niet wordt opgegeven dan blijft de oude inhoud behouden en worden de nieuwe meldingen daaraan toegevoegd.

--exportgpx

  --exportgpx
  --exportgpx BESTAND

Ook geschreven als --export-gpx.

Exporteert naar het opgegeven bestand (of naar export.gpx) de geografische locatie en tijd van alle onderzochte bestanden waarvoor die informatie beschikbaar is. Importeer het GPX-bestand in een geografisch programma om te zien waar de foto's genomen zijn.

--fastscan

  --fastscan N
  --fast-scan N

Kiest de snelheid waarmee metainformatie uit bestanden gelezen wordt, van 0 tot 2. Een hoger getal geeft snellere verwerking maar kan belangrijke informatie missen. De standaardwaarde is 1. Komt overeen met de FastScan-optie in "Options" in Image::ExifTool.

--follow

  --follow BESTAND

Maakt voortgangsmeldingen over het doelbestand zo gedetailleerd mogelijk. BESTAND mag een gedeeltelijke padnaam of een tijdstip of een tijdperiode zijn. Zie ook "--verbose".

--force

  --force
  --force --force

Dit programma is terughoudend in het aanpassen van bestanden. Als geen --force is gekozen dan wordt voor een bestand aangepast alleen nodig gevonden als aan een of meer van de volgende voorwaarden is voldaan:

Gebruik --force om minder terughoudend te zijn, of --force --force voor nog meer aandrang.

Met een enkele --force wordt het bestand aangepast zelfs als alleen metainformatie uit de volgende group aanpassing nodig heeft: XMP:CameraID, DateTimeOriginal, XMP:DateTimeOriginal, XMP:ImsyncVersion, XMP:TimeSource.

Met twee --force wordt de GPS-positie aangepast zelfs als de XMP:TimeSource-sleutel ontbreekt in de metainformatie of een waarde heeft gelijk aan GPS. Dit betekent dat de originele GPS-positie die door de GPS-ontvanger van de camera werd opgeslagen verloren gaat.

Als het enige dat veranderde de imsync-versie is, dan wordt XMP:ImsyncVersion niet aangepast. Anders gezegd: Als XMP:ImsyncVersion de enige sleutel is die aangepast moet worden en als die sleutel al in het bestand zit dan wordt die aanpassing onderdrukt.

--help

  --help
  -?

Drukt tekst af die kort de opties en parameters van dit programma uitleggen, en stopt dan. Zie ook "--man".

--location

  --location DOEL=LOC

Kopieert de geografische informatie aangegeven door LOC naar het DOEL, als de locatie die imsync voorstelde niet goed was.

Het doel mag een gedeeltelijke padnaam zijn of een tijdstip of een tijdperiode.

De geografische informatie mag worden aangegeven als een gedeeltelijke padnaam, of een verzameling geografische coördinaten, of als een lege waarde. Als het een gedeeltelijke padnaam is dan moet het bij precies één bestand horen en dan wordt de geografische informatie uit dat bestand naar het doelbestand gekopieerd.

Als het een lege waarde is dan wordt de huidige locatie aangemeld voor verwijdering.

De verzameling geografische coördinaten omvat de geografische breedtegraad en lengtegraad in graden, en naar keuze ook de hoogte in meters boven zeeniveau, allen met een punt . als decimaalteken. Noorderbreedten en oosterlengten en hoogtes boven zeeniveau mogen beginnen met een plusteken +. Zuiderbreedten en westerlengten en dieptes onder zeeniveau moeten met een minteken - aangegeven worden.

--logfile

  --logfile BESTAND
  --log-file BESTAND

Bepaalt het bestand waarnaar voortgangmeldingen geschreven worden (naast hun weergave op de standaarduitvoer, meestal het scherm). Als deze optie niet gebruikt wordt dan wordt imsync.log gebruikt.

--man

  --man

Als --help, maar geeft veel meer informatie over het programma.

--modify

  --modify

Pas bestanden aan waar dat nodig is. Als deze optie niet gebruikt wordt, of als zijn tegendeel --no-modify gebruikt wordt, dan worden de toepasselijke aanpassingen gemeldt maar niet toegepast.

--norecurse

  --norecurse
  --no-recurse

Zegt dat bestanden in de aangegeven mappen moeten worden behandeld maar niet in submappen daarvan. Het tegendeel (en de standaard) is --recurse, dat ook submappen behandelt.

--offsetspath

  --offsetspath BESTAND
  --offsets-path BESTAND

Zegt welk bestand de cameratijdverschilinformatie bevat. Die informatie wordt aan het begin uitgelezen en bijgewerkte informatie wordt aan het eind teruggeschreven (als --modify wordt gebruikt).

De standaardwaarde is .imsync-cameraoffsets.yaml in de huidige map. Als dat bestand niet bestaat, en als de HOME omgevingsvariabele gedefinieerd is, dan wordt het bestand met die naam gezocht in de map genoemd in de HOME omgevingsvariabele.

--recurse

  --recurse

Behandel ook submappen. Dit is de standaard. Het tegenovergestelde is --norecurse.

--removebackups

  --removebackups
  --remove-backups

Dit programma past alleen fotobestanden aan als daarvan een back-up bestaat. De back-up heeft dezelfde naam maar met _original toegevoegd aan het eind. Deze optie verzoekt verwijdering van de back-upbestanden die door de parameterwaarden worden aangegeven, en daarna stopt het programma.

Als je alle back-upbestanden in een map en zijn submappen wilt verwijderen, geef dan die map als parameter. Als je een bepaald back-upbestand wilt verwijderen, geeft dan een padnaampatroon dat dat bestand kiest inclusief de _original aan het einde. Zie ook "--restoreoriginals".

--removeourtags

  --removeourtags
  --remove-our-tags

Verwijdert de metainformatie die door vorige aanroepen van dit programma waren toegevoegd.

De volgende metainformatie wordt alleen verwijderd als XMP:TimeSource gezet is en een waarde ongelijk aan GPS heeft: GPSLongitude, GPSLatitude, GPSAltitude, GPSDateTime, GPSDateStamp, GPSTimeStamp.

De volgende metainformatie wordt altijd verwijderd: XMP:CameraID, XMP:ImsyncVersion, XMP:TimeSource.

De XMP:DateTimeOriginal en DateTimeOriginal worden niet verwijderd, omdat we niet zeker kunnen weten dat die door eerdere aanroepen van het huidige programma werden toegevoegd.

--reportlevel

  --reportlevel N
  --report-level N

Bepaalt het detailniveau van het eindrapport:

0 onderdrukt het eindrapport.

1 meldt alleen bestanden waarvoor een aanpassing nodig is.

2 meldt alle bestanden (die niet werden overgeslagen), zelfs die waarvoor geen aanpassing nodig is.

3 is als 2 maar meldt ook cameratijdverschillen.

--restoreoriginals

  --restoreoriginals
  --restore-originals

Zet originele bestanden terug uit back-ups.

Als je alle back-ups uit een map en zijn submappen terug wilt zetten, geef dan die map op. Als je een bepaalde back-up terug wilt zetten, geef dan een padnaampatroon op dat die back-up kiest inclusief de _original aan het eind. Zie ook "--deleteoriginals".

--summertime

  --summertime BESTAND

Dit zegt dat de klok van de camera dat het BESTAND maakte één uur naar voren werd verzet net voordat dat bestand werd gemaakt. Gebruik dit als de cameraklok verschuift van wintertijd naar zomertijd.

BESTAND mag een gedeeltelijke padnaam of een tijdstip of een tijdperiode zijn. Als het een tijdperiode is met meer dan één foto erin, dan is het resultaat hetzelfde als voor alleen de eerste van die foto's.

Het tegenovergestelde is "--wintertime".

--time

 --time BESTAND=TIJD

Zet de tijd of tijdverschuiving of tijdzoneinformatie voor een of meer doelbestanden, voor als de tijd die imsync voorstelt niet goed is.

BESTAND mag een gedeeltelijke padnaam zijn of een tijdstip of een tijdperiode.

TIJD mag een tijdstip (met datum en tijd) zijn of alleen een tijd of een tijdverschuiving of een gedeeltelijke padnaam.

Als TIJD alleen een tijd is dan moet het een kloktijd zijn met uren, minuten en naar keuze ook seconden, gescheiden door dubbele punten, zoals bijvoorbeeld

  17:22
  17:22:43

Deze kloktijd wordt gecombineerd met een datum zodat het gecombineerde tijdstip hooguit 12 uur voor of na de CreateDate-metainformatie van het doelbestand is -- dus dit werkt alleen als het doelbestand die metainformatie bevat. Dit is handig als je een tijdstip nabij de CreateDate wilt opgeven.

Als TIJD een tijdverschuiving is dan moet het een getal zijn (met minteken als nodig, of plusteken naar keuze) of anders vergelijkbaar zijn met

  +2y50d2h16m5s

waar het getal voor y het aantal jaren is (van 365 dagen), en net zo d voor dagen, h voor uren, m voor minuten en s voor seconden. Als deze componenten en het plus- of minteken zijn niet verplicht, maar de componenten die meedoen moeten in de gegeven volgorde staan. Hier zijn nog wat voorbeelden:

  3d10s             (voor plus 3 dagen en 10 seconden)
  -10d              (voor min 10 dagen)

De opgegeven verschuiving wordt gemeten ten opzichte van de CreateDate-metainformatie, dus dit werkt alleen als het doelbestand die metainformatie bevat.

Als TIJD een gedeeltelijke padnaam is en als er maar één bestand uit alle bestanden die verwerkt worden past bij die gedeeltelijke padnaam dan is de oorspronkelijke DateTimeOriginal-metainformatie (van voor de imsync-aanroep) van dat bestand de doeltijd voor de doelbestanden.

--unsafe

  --unsafe

Zegt om geen back-ups te maken voordat bestanden worden aangepast. Als het aanpassen van het originele bestand faalt dan is er geen back-up waaruit dat origineel hersteld kan worden. Als het programma gewoon aan zijn eind komt dan wordt de voortgangslog gewist.

--verbose

  --verbose N

Zet het detailniveau van de voortgangsmeldingen. De standaardwaarde is 0. Hogere waarden (tot aan 31) geven meer details.

--version

  --version

Meldt de versie van het programma, van GetOpt::Long en van Perl.

--wintertime

  --wintertime BESTAND

Dit zegt dat de klok van de camera dat het BESTAND maakte één uur naar achteren werd verzet net voordat dat bestand werd gemaakt. Gebruik dit als de cameraklok verschuift van zomertijd naar wintertijd.

BESTAND mag een gedeeltelijke padnaam of een tijdstip of een tijdperiode zijn. Als het een tijdperiode is met meer dan één foto erin, dan is het resultaat hetzelfde als voor alleen de eerste van die foto's.

Het tegenovergestelde is "--summertime".

--workingdirectory

  --working-directory MAP
  --workingdirectory MAP

Verander de huidige map naar MAP voordat de verwerking begint.

BESCHRIJVING

Dit programma kan de bewerkingstijden die voor foto's en films van een of meer camera's in het bestandssysteem geregistreerd staan synchroniseren, en ook de bewerkingstijden van verwante bestanden, gebaseerd op informatie geleverd door de gebruiker en op metainformatie gelezen uit andere foto's van dezelfde camera's. Het kan bovendien geografische coördinaten toevoegen aan de metainformatie van foto's en films, gebaseerd op informatie uit GPX-bestanden.

Metainformatie in foto- en filmbestanden wordt uitgelezen, aangepast, of toegevoegd met hulp van Image::ExifTool, dus als die module de metainformatie niet kan lezen of schrijven dan kan imsync dat ook niet. De namen van metainformatiewaarden die hieronder genoemd worden zijn de namen zoals die module ze kent.

De bestanden worden in meerdere fasen verwerkt:

1. Inspect

Tijdens de eerste fase worden alle gekozen bestanden gelezen om de benodigde informatie te vergaren maar worden er geen bestanden aangepast, omdat we informatie uit later gelezen bestanden nodig kunnen hebben om de juiste behandeling van eerder gelezen bestanden te bepalen, maar dat kunnen we niet weten tot we alle bestanden bekeken hebben.

Belangrijke metainformatie wordt onthouden en bestanden die te weinig nuttige metainformatie bevatten worden verder genegeerd.

2. GPX

Tijdens de tweede fase worden GPS-tijden en -posities uit alle gevonden GPX-bestanden gelezen.

3. Determine

Tijdens de derde fase worden de doeltijden en (zo mogelijk) geografische locatie bepaald voor alle overgebleven bestanden. De doeltijd en locatie worden bepaald uit informatie vergaard tijdens de vorige fases.

De doeltijd voor elk bestand wordt bepaald uit metainformatie uit dat bestand en (waar nodig) in andere bestanden die door een camera met dezelfde camera-ID gemaakt werden, of in andere bestanden met hetzelfde bestandnummer.

4. Modify

Als bestandaanpassing gevraagd is ("--modify"), dan worden de bestanden tijdens de vierde fase waar nodig aangepast om ze hun doeltijd en -locatie te geven.

Voortgang tijdens elke fase wordt getoond in een voortgangsbalk (als dat nuttig is). De voortgangsaanwijzer gaat vooruit wanneer weer een volgend bestand verwerkt is, dus als die verwerking lang duurt dan kan het lijken alsof de voortgangsbalk bevroren is. Voortgangsmeldingen worden ook naar een logbestand geschreven, met instelbaar detailniveau ("--verbose"). Aan het eind wordt een instelbaar rapport getoond ("--report-level") dat de doeltijd en andere informatie toont voor bestanden waarvoor dat van belang is.

Camera-ID

In een aanroep van dit programma kunnen foto's en films van meerdere camera's worden verwerkt. De interne klokken van die camera's kunnen verschillende tijden geven omdat ze niet goed ingesteld zijn of omdat ze langzaamaan uit de pas lopen of omdat ze andere tijdzoneinstellingen hebben, dus een tijdzone-tijdverschil dat voor één camera gevonden werd is niet geschikt voor een andere camera. We moeten voor elke camera apart het tijdzone-tijdverschil bepalen, wat betekent dat we elke camera apart moeten kunnen identificeren.

De meeste camera's melden het merk en model in de metainformatie van de afbeeldingen (bij sleutelwoorden Make en Model). Sommige camera's melden ook hun serienummer (SerialNumber). Als deze kenmerken niet allemaal afwezig of leeg zijn dan maken ze samen, gescheiden door een verticale streep |, de (voorkeurs-)camera-ID (camera-identificatiecode). Tijdzone-tijdverschillen worden voor elke camera-ID apart bijgehouden.

Als de meta-informatie van een foto geen merk, model en serienummer bevat dan kan voor deze foto de vervangende camera-ID gebruikt worden. Deze wordt uit de bestandsnaam afgeleid door (1) de mapnamen weg te laten, (2) de bestandsnaamuitgang weg te laten, (3) elke rij van cijfers te vervangen door de lengte van die rij, en (4) een vraagteken ? er voor te zetten. Bijvoorbeeld, de vervangende camera-ID van bestand vacationpics/IMG220_5532.JPG is ?IMG3_4.

Als de metainformatie van een foto geen merk/model/serinummer bevat waaruit een voorkeurscamera-ID kan worden gemaakt dan kan die foto de voorkeurscamera-ID van een andere foto overnemen als de vervangende camera-ID voor beide foto's hetzelfde is en aan die vervangende camera-ID alleen die ene voorkeurscamera-ID gekoppeld is voor de foto's die tijdens de huidige aanroep van het programma verwerkt worden.

Dezelfde camera-ID kan voor meerdere camera's gebruikt worden als de combinatie van beschikbare kenmerken niet uniek is, bijvoorbeeld als twee camera's hetzelfde merk en model hebben en allebei geen serienummer in de metainformatie zetten. In dat geval kan de gebruiker zelf een onderscheidende camera-ID toekennen met de "--camera-id"-optie.

De camera-ID wordt aan de metainformatie van de afbeeldingen toegevoegd (gekoppeld aan ons eigen sleutelwoord XMP:CameraID) als de afbeeldingen aangepast worden ("--modify"), zodat je deze camera-ID niet opnieuw hoeft op te geven als deze afbeeldingen in een latere aanroep van dit programma opnieuw verwerkt worden.

Cameratijdverschil

We moeten het verschil weten tussen de tijdstippen die de cameraklokken meldden (en die in de metainformatie van de afbeeldingen terechtkwamen) en UTC (gecoördineerde wereldtijd), zodat we de tijdstippen van de verschillende camera's kunnen synchroniseren en zodat we geografische locaties voor de afbeelding kunnen afleiden uit GPS-sporen. De cameraklokken kunnen elk een andere tijd geven vanwege tijdzoneinstellingsverschillen en omdat ze niet allemaal met precies dezelfde snelheid lopen. Veel (vooral oudere) fotobestanden bevatten helemaal geen tijdzoneinformatie.

Het cameratijdverschil is het verschil tussen de tijdzone van de cameraklok (met afwijkingen erbij) en UTC. Als het tijdstip in de metainformatie van de foto 17:24:33 is en de foto genomen werd op 15:23:11 UTC, dan is het cameratijdverschil +02:01:22.

De cameratijdverschillen zijn waardevol: Als er een gevonden is voor een foto, dan kan die ook worden toegepast voor andere foto's genomen door dezelfde camera.

Als de eerste foto die voor een bepaalde camera-ID verwerkt wordt geen tijdzoneinformatie in zijn metainformatie heeft dan neemt imsync aan dat de tijdstippen in die metainformatie zijn gegeven in de tijdzone die gold voor die datum en tijd op het computersysteem waarop imsync uitgevoerd wordt. Als later andere foto's voor dezelfde camera-ID worden verwerkt dan is er al tenminste één cameratijdverschil bekend voor die camera-ID en die kan dan opnieuw gebruikt worden.

Gebruik "--time" om een andere doeltijd voor een foto in te stellen als dat nodig is. Dit bepaalt een cameratijdverschil voor de bijbehorende camera, die dan ook gebruikt kan worden voor het afleiden van doeltijden voor andere afbeeldingen door dezelfde camera. Je hoeft maar één "--time" voor een bepaalde camera op te geven, totdat het bijbehorende tijdzonetijdverschil niet meer goed is (bijvoorbeeld omdat de cameraklok meer uit de pas is gaan lopen).

Cameratijdverschilbestand

Aan het begin van imsync worden cameratijdverschillen uit het cameratijdverschilbestand gelezen. De cameratijdverschillen die tijdens de verwerking van de foto's worden gevonden worden ingevoegd en de bijgewerkte informatie wordt weer naar hetzelfde bestand geschreven (als "--modify" is gebruikt). Als "--offsets-path" is gebruikt dan bepaalt zijn waarde het cameratijdverschilbestand. En anders wordt het bestand .imsync-cameraoffsets.yaml in de huidige folder gebruikt als dat bestand bestaat. En als dat bestand niet bestaat dan wordt hetzelfde bestand in de thuismap van de gebruiker (zoals gegeven door de omgevingsvariabele met naam HOME).

De informatie wordt naar het bestand geschreven in YAML-formaat. Het bestaat uit één hashtabel waarvan de sleutels de camera-IDs zijn. De bijbehorende waarden zijn ook weer hashtabellen, waarvan de sleutels de tijdstippen in de cameratijdzones zijn en de waarden de cameratijdverschillen zijn die gelden vanaf de tijden die door de sleutels worden aangegeven. Hier is een voorbeeld:

    ---
    CameraID1:
      2017-06-22T15:57:01: +0:00
    CameraID2:
      2017-06-19T14:08:22: +1:05:46
    CameraID3:
      2017-06-20T00:15:54: +4:00
      2017-06-23T05:21:25: +2:00
      2017-06-25T13:44:12: +2:00

Van de camera's met camera-IDs CameraID1 and CameraID2 is tot nu toe elk maar één foto of film verwerkt. Van de camera met camera-ID CameraID3 zijn al meerdere afbeeldingen verwerkt, waarvan de tijdstippen vanaf het eerstgenoemde tot net voor het tweede waren in tijdzone UTC+4:00, en degenen vanaf het tweede tijdstip tot en met het laatste tijdstip waren in tijdzone UTC+2:00.

Voor elke camera-ID zijn de eerste en laatste tijdstippen die in het cameratijdverschilbestand staan verbonden met de oudste en jongste foto's die door die camera werden genomen en door imsync verwerkt werden.

Afbeeldingsbestanden met metainformatie in UTC

De tijdstippen in de metainformatie in de meeste afbeeldingsbestanden geven de camerakloktijd, die meestal is afgesteld op of nabij de lokale tijdzone. Echter, sommige afbeeldingsbestanden (zoals Apple-QuickTime-bestanden) hebben tijdstippen in hun metainformatie waarvan de bedoeling is dat die in de UTC-tijdzone gegeven zijn, ongeacht de lokale tijdzone. Die tijdstippen zijn niet altijd echt in UTC, want veel camera's weten helemaal niet in welke tijdzone hun klok is afgesteld en weten dus ook niet wat de tijd in UTC is. In elk geval kunnen tijdstippen in metainformatie in afbeeldingen met bedoeld-UTC-tijdstippen in een andere tijdzone zijn dan tijdstippen in metainformatie in afbeeldingen met lokale-tijdzone-tijdstippen die door dezelfde camera genomen werden.

Dit betekent dat het handig is om afbeeldingen met bedoeld-UTC-tijdstippen te behandelen alsof ze door een andere camera werden opgenomen dan afbeeldingen met lokale-tijdzone-tijdstippen die door die camera genomen werden, anders blijft het cameratijdverschil heen en weergaan tussen de lokale tijdzone en UTC wanneer bedoeld-UTC-afbeeldingen gemengd zijn met lokale-tijdzone-afbeeldingen van dezelfde camera.

Hiervoor krijgen bedoeld-UTC-afbeeldingen een extra |U geplakt aan hun voorkeurs-camera-ID. Als de camera-ID voor een foto of film in de lokale tijdzone Merk|Model|Serienummer is, dan is de camera-ID voor een bedoeld-UTC-afbeelding door dezelfde camera gelijk aan Merk|Model|Serienummer|U.

GPS-bepalingsvertraging

Een camera die verbonden is met een GPS-ontvanger (zoals in moderne mobiele telefoons) kan een GPS-tijdstip en GPS-locatie in de metainformatie van de afbeeldingsbestanden schrijven. Dat tijdstip en die locatie zijn de meest recente die door de GPS-ontvanger bepaald werden, maar die bepaling kan al een paar seconden oud zijn wanneer de afbeelding wordt genomen. Ik noem het verschil tussen de tijd van de GPS-bepaling en de tijd waarom de afbeelding werd vastgelegd de GPS-bepalingsvertraging. Als het GPS-tijdstip zonder meer gebruikt wordt om daaruit het cameratijdverschil te bepalen dan zal dat tijdverschil een paar seconden afwijken vanwege de GPS-bepalingsvertraging, en die afwijking kan van foto tot foto anders zijn.

Gelukkig kennen apparaten waarin een GPS-ontvanger zit de tijd heel nauwkeurig, dus hun echte cameratijdverschil moet een precies veelvoud van 15 minuten zijn, want alle officiële tijdzones in de wereld zijn zo.

Als er al een GPS-tijdstip in de metainformatie zit en er is geen aanduiding dat dat tijdstip door een eerdere aanroep van dit programma is toegevoegd (zie "TimeSource") en het afgeleide cameratijdverschil wijkt minder dan 2 minuten af van een veelvoud van 15 minuten, dan gebruikt imsync dat veelvoud van 15 minuten als het cameratijdverschil.

Bijvoorbeeld, als een afbeelding de volgende tijdstippen in zijn metainformatie heeft

  GPSDateTime = 2015-03-17T14:15:16
  CreateDate  = 2015-03-17T11:15:23

dan is de dichtstbijzijnde tijdzone die een veelvoud van 15 minuten is −3:00:00 en de GPS-bepalingsvertraging is 7 seconden.

Zelfbepaalde tijdstippen

Als het doeltijdstip dat imsync voor een afbeelding voorstelt niet goed is dan zijn er verschillende manieren om die aan te passen.

TimeSource

imsync kan uit de XMP:TimeSource-metainformatie afleiden wat de bron van de locatieinformatie en GPSDateTime was, want imsync voegt XMP:TimeSource toe als het een bestand aanpast. XMP:TimeSource krijgt een van de volgende waarden:

GPS

Er was al een GPSDateTime (en vermoedelijk een locatie) in de metainformatie toen imsync dat bestand voor het eerst verwerkte. imsync past het doeltijdstip en de locatie niet aan, behalve misschien als "--time" of --force --force wordt gebruikt voor dat bestand.

User

De gebruiker heeft een doeltijdstip opgegeven via de "--time"-optie. imsync past het doeltijdstip niet aan (behalve als een nieuwe "--time" is gegeven voor dit bestand), maar kan de locatie aanpassen als er een ander GPX-bestand beschikbaar is.

Other

Het huidige tijdstip was gebaseerd op een cameratijdverschil. imsync kan zowel het doeltijdstip als de locatie aanpassen.

Als er een GPSDateTime maar geen XMP:TimeSource is, dan wordt het bestand behandeld alsof XMP:TimeSource de waarde GPS heeft.

Doeltijdstippen

Het doeltijdstip is het tijdstip dat wordt toegewezen aan het bestand.

Als een tijdstip voor het bestand is gegeven via de "--time"-optie, dan wordt dat tijdstip gebruikt als het doeltijdstip van het bestand.

Anders, als een cameratijdverschil voor het bestand is gegeven via de --time-optie, en als het bestand een aanmaaktijdstip in zijn metainformatie heeft (sleutel CreateDate), dan is het doeltijdstip gelijk aan het aanmaaktijdstip met daarop het cameratijdverschil toegepast.

Anders, als er een GPS-tijdstip (sleutel GPSDateTime) in de metainformatie is, dan wordt het doeltijdstip daarop gebaseerd (maar zie "GPS-bepalingsvertraging").

Anders, als er al een cameratijdverschil bekend is voor die camera-ID, dan wordt dat cameratijdverschil toegepast op de aanmaakdatum uit de metainformatie om het doeltijdstip te vinden.

Anders, als het bestand in zijn metainformatie een origineel tijdstip heeft (sleutel DateTimeOriginal), dan wordt dat gebruikt als het doeltijdstip.

Anders, als het bestand in zijn metainformatie een aanmaaktijdstip heeft (sleutel CreateDate), dan wordt dat gebruikt als het doeltijdstip.

Anders is het bestand geen (standaard-)afbeeldingsbestand en wordt het aangemerkt voor latere verwerking als alle (standaard-)afbeeldingsbestanden verwerkt zijn. Zie "Bestandsnummers".

Bestandsnummers

Als de naam van een bestand (zonder het map-deel en zonder de bestandsnaamuitgang) cijfers bevat, dan bepaalt de laatste rij van cijfers het bestandsnummer. Bijvoorbeeld, als de bestandsnaam DSC1234.JPG is dan is het bestandsnummer 1234. Als de bestandsnaam Q5422_5376.TXT is, dan is het bestandsnummer 5376. Als er geen doeltijdstip bepaald kan worden op de hierboven beschreven manier, dan kan een doeltijdstip gekopieerd worden van een ander bestand met hetzelfde bestandsnummer. Op deze manier eindigen bestanden die geen afbeeldingen zijn in de buurt van de bijbehorende afbeeldingsbestanden in dezelfde map als alle bestanden worden gesorteerd op hun bewerkingstijdstip zoals geregistreerd in het bestandssysteem.

Als er meerdere bestanden met een doeltijdstip en met hetzelfde bestandsnummer zijn, dan wordt degene die het "dichtste" bij het huidige bestand is gekozen om zijn doeltijdstip te doneren.

Geografische locaties

imsync can de geografische locatieinformatie in de metainformatie van een bestand aanpassen of toevoegen.

Als de locatieinformatie die al in de metainformatie van een afbeeldingbestand zit daar niet door imsync was neergezet (XMP:TimeSource is afwezig of heeft de waarde GPS), dan past imsync die niet aan behalve misschien als --force --force wordt gebruikt. In de meeste gevallen zal die informatie geleverd zijn door een GPS-ontvanger gekoppeld aan de camera dus is het bijna niet mogelijk om betere locatieinformatie te vinden.

GPX-bestanden kunnen locatieinformatie bevatten voor meerdere tijdperiodes. Als een GPX-bestand samen met afbeeldingsbestanden verwerkt wordt, en als het doeltijdstip van een van de afbeeldingsbestanden valt binnen de tijdperiode van een van de sporen in een GPX-bestand, dan berekent imsync een locatie voor het doeltijdstip en koppelt die aan het afbeeldingsbestand.

Als meer dan een GPS-spoor het doeltijdstip bevat dan wordt het spoor dat in het bestandssysteem het dichtst bij het afbeeldingsbestand staat gebruikt.

Als er geen toepasselijke GPS-sporen zijn, dan kan een locatie voor een afbeeldingsbestand handmatig aangegeven worden met de "--location"-optie.

Aanpassing

De kenmerken die voor een bestand zijn afgeleid tijdens de 'Determine'-fase worden vergeleken met de originele waarden die tijdens de 'Inspect'-fase werden gevonden. Als sommige van die kenmerken van waarde zijn veranderd dan kan aanpassing van het bestand aangewezen zijn.

Als geen "--force" gebruikt wordt, dan is aanpassing alleen aangewezen als het afgeleide doeltijdstip afwijkt van het bewerkingstijdstip dat voor het bestand geregistreerd is in het bestandssysteem.

Aanpassing is dan ook aangewezen als de GPS-locatie is veranderd, maar alleen als de originele GPS-locatie door imsync was berekend (XMP:TimeSource was gezet en ongelijk aan GPS). We noemen zo'n GPS-positie flexibel. We willen niet te gemakkelijk een GPS-positie verliezen die door de originele camera in de metainformatie van het bestand werd geschreven.

Als --force gebruikt wordt, dan is aanpassing ook aangewezen als een of meer van XMP:CameraID, DateTimeOriginal, XMP:ImsyncVersion, en XMP:TimeSource een andere waarde hebben gekregen.

Als --force --force wordt gebruikt, dan is aanpassing ook aangewezen als de GPS-positie met meer dan 1 meter is veranderd en niet flexibel is.

Als aanpassing aangewezen is dan wordt het bestand alleen echt aangepast als "--modify" gebruikt wordt. Zonder die optie worden de voorgestelde wijzigingen wel gemeld maar niet toegepast.

Als het bestand aangepast wordt dan worden alle veranderde metainformatie bijgewerkt, maar de GPS-positie alleen als die flexibel is of als --force --force is gebruikt. Als het bestand wordt aangepast en al een GPS-positie had maar nog geen XMP:TimeSource, dan krijgt het een XMP:TimeSource gelijk aan GPS. Als de GPS-positie nieuw is en door "--location" gezet werd, dan krijgt XMP:TimeSource de waarde User. Als de GPS-locatie uit een GPX-bestand kwam dan krijgt XMP:TimeSource de waarde Other.

Back-ups

Als een bestand (anders dan het logbestand en het cameratijdverschilbestand) aangepast gaat worden dan maakr imsync er eerst een back-up van als die back-up niet al bestaat. De back-up heeft dezelfde naam maar met _original er achtergezet. Als de back-up niet gemaakt kan worden dan wordt het originele bestand niet aangepast.

De Image::ExifTool-module die door imsync gebruikt wordt om de metainformatie te schrijven maakt zelf ook een back-up voordat er iets geschreven wordt, en wist die back-up als er tijdens het schrijven geen problemen werden gevonden, maar de auteur van die module raadt aan om een (extra) back-up te maken.

Als je tevreden bent met de aanpassingen dan kun je de back-up die door imsync werd gemaakt wissen, handmatig of via de "--removebackups"-optie. Gebruik de "--restoreoriginals"-optie om originele bestanden te herstellen uit back-ups.

Als je wilt dat imsync geen back-ups aanmaakt, en wilt vertrouwen op de tijdelijke back-ups die Image::ExifTool al maakt, gebruik dan de "--unsafe"-optie.

Voortgangsmeldingen

Voortgangsmeldingen worden naar de standaarduitvoer (vaak het scherm) geschreven en ook naar een logbestand. Het standaardlogbestand is imsync.log in de huidige map, maar een ander bestand kan worden opgegeven met de "--logfile"-optie.

Als het logbestand al bestaat, gebruik dan de "--clearlog"-optie als je de oude inhoud wilt wissen. Anders worden de nieuwe voortgangsmeldingen toegevoegd aan de oude.

Als de "--unsafe"-optie wordt gebruikt, dan wordt het logbestand gewist als imsync netjes ten einde komt. Als er een serieus probleem optreedt waardoor imsync zijn taak niet kan volbrengen dan wordt het logbestand niet gewist.

Voortgangsmeldingdetailniveau

De "--verbose"- en "--follow"-opties bepalen hoeveel details de voortgangsmeldingen geven, behalve voor het eindrapport waarvan het detailniveau door de "--reportlevel"-optie bepaald wordt.

Met geen --verbose of met --verbose 1 wordt alleen samenvattende informatie gegeven.

Tel er 2 bij op om de originele metainformatie van de verwerkte bestanden te tonen.

Tel er 4 bij op voor details van de bepaling van de uiteindelijke metainformatie voor alleen de bestanden waarvoor een aanpassing aangewezen is.

Tel er 8 bij op voor details van de bepaling van de uiteindelijke metainformatie voor alle verwerkte bestanden.

Tel er 16 bij op om de gelezen cameratijdverschillen te zien.

Als je alleen voor bepaalde bestanden extra details wilt zien, gebruik dan de --follow-optie om die bestanden aan te geven. Voortgangsmeldingen voor die bestanden worden gegeven alsof het voortgangsmeldingdetailniveau oneinding groot is, ongeacht welk niveau is ingesteld via --verbose.

Eindrapport

Standaard worden de bestanden waarvoor aanpassing aangewezen is gemeld in het eindrapport. Als je alle bestanden in het eindrapport wilt, gebruik dan "--reportlevel 2". Als je geen eindrapport wilt, gebruik dan --reportlevel 0.

Het eindrapport ziet er ongeveer zo uit:

  GEOMPF Cm Target Time               M Offset   c Offset File
  ------|--|-------------------------|----------|--------|--------
  -=-*-0 SO 2017-06-22T00:33:02+02:00 s  -29d7h.        0 DSC03741.JPG
  -*+*-0 AP 2017-06-22T14:23:35+02:00 s -28d17h.      +2h IMG_0095.JPG

De GEOMPF-kolommen tonen wat er gebeurt als --modify wordt gebruikt, met respectievelijk (G) het GPS-tijdstip (GPSDateTime), (E) het originele tijdstip uit de metainformatie (DateTimeOriginal), (O) diverse metainformatievelden die niet onder een van de andere kolommen vallen, (M) het bewerkingstijdstip uit het bestandssysteem, en (P) de GPS-locatie (GPSLatitude, GPSLongitude en misschien GPSAltitude). De F-kolom toont welk "--force"-niveau nodig is om het bestand aangepast te krijgen (0 betekent geen --force, 1 betekent --force, en 2 betekent --force --force). In de andere kolommen betekent - dat de metainformatie afwezig blijft. Een = betekent dat die metainformatie aanwezig was en ongewijzigd blijft. Een * betekent dat die metainformatie wordt aangepast. Een + betekent dat die metainformatie wordt toegevoegd. Een ! betekent dat de metainformatie wordt verwijderd.

Het Cm-veld identificeert de camera-ID met een afkorting die wordt uitgelegd in een tabel die voor het eindrapport staat.

Het "Target Time"-veld toont het doeltijdstip in ISO8601-formaat inclusief tijdzone (als die bekend is).

Het "M Offset"-veld toont hoeveel het bewerkingstijdstip in het bestandssysteem verschoven wordt, in eenheden van jaren (y), dagen (d), uren (h), minuten (m) en seconden (s). Als de waarde moest worden afgebroken om in de beschikbare ruimte te passen dan eindigt de waarde met een punt (.). Bijvoorbeeld, -37d2h betekent precies −37 dagen en 2 uren, en -37d2h. betekent dat de waarde eigenlijk ietsje groter was maar moest worden afgebroken.

De letter aan het begin van het "M Offset"-veld zegt wat de bron van de doeltijd was, volgens een tabel die voor het eindrapport staat.

Het "c Offset"-veld toont het verschil tussen de doeltijd en de CreateDate uit de metainformatie, op vergelijkbare manier als in het "M Offset"-veld. Bijvoorbeeld, +2h betekent dat de doeltijd precies 2 uur later is dan de CreateDate.

Het "File"-veld identificeert het bestand, met net genoeg van de mapnamen om de waarde uniek te maken in de verzameling van verwerkte bestanden.

Exporteer GPX

De locatieinformatie uit (of voor) de verwerkte bestanden kan worden geëxporteert naar een GPX-bestand, zelfs als aanpassing van de verwerkte bestanden (met "--modify") niet is gevraagd. Op deze manier kun je de locaties nakijken in een kaartenapplicatie voordat je ze naar de beeldbestanden laat schrijven. Gebruik de "--exportgpx"-optie om export van de locatieinformatie naar een bestand te vragen. Als je een bestandsnaam achter de optie zet dan wordt de informatie naar dat bestand geëxporteert. Anders wordt export.gpx in de huidige map gebruikt.

EINDWAARDE

imsync geeft 0 terug als er geen aanpassingen meer nodig zijn voor de verwerkte bestanden, of 1 als er nog aanpassingen te doen zijn, of 2 als er een probleem was waardoor het zijn werk niet kon afmaken.

CONFIGURATIE

imsync leest en schrijft een cameratijdverschilbestand met informatie (in YAML-formaat) over hoe de cameraklokken lopen ten opzichte van UTC. Als er een bestand .imsync-cameraoffsets.yaml in de huidige map bestaat dan wordt dat gebruikt als cameratijdverschilbestand. Anders wordt een bestan met die naam in de thuismap van de gebruiker gebruikt, waarvoor de locatie van de thuismap wordt gelezen uit de HOME-omgevingsvariabele.

AFHANKELIJKHEDEN

imsync gebruikt de volgende Perl modules die niet tot de kern van Perl behoren:

AUTEUR

Louis Strous <LS@quae.nl>.

LICENTIE EN COPYRIGHT

Copyright (c) 2018 Louis Strous.

Dit programma is vrije software; je kunt het verspreiden en/of aanpassen onder dezelfde voorwaarden als Perl zelf.